Abdominale obesitas; als je buik te dik is

Ben je iets te zwaar? Heb je een buikje? Of hangt er net een vetrolletje over je broek? Vet rondom onze buik is het gevaarlijkste vet van ons lichaam. Als je een te dikke buik hebt spreken we ook wel van abdominale obesitas. Daarvoor hoef je helemaal niet veel te zwaar te zijn, maar kan je ook gewoon een appelfiguur hebben. In dit artikel lees je er alles over.

Wat is abdominale obesitas?

Uit onderzoek van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) blijkt dat 60 procent van de mannen te dik is en 44 procent van de vrouwen. Dat zegt echter niets over of je ook abdominale obesitas hebt. Daarbij speelt namelijk de verdeling van je vet over je lichaam een grote rol. Bij abdominale obesitas draait het voornamelijk om het vet op je buik. Je kan dus over de gehele linie een gezond gewicht hebben en toch last hebben van abdominale obesitas, of dat je over het algemeen iets te zwaar bent maar geen last hebt van abdominale obesitas. Dus niet iedereen met obesitas heeft last van abdominale obesitas. Dat heeft deels te maken met je figuur. Mensen met een appelfiguur zullen sneller last hebben van abdominale obesitas omdat het vet zich ophoopt rondom de buik. Terwijl bij mensen met een peerfiguur het vet juist in de heupen en dijen gaat zitten en abdominale obesitas dus minder snel voorkomt. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat vrouwen procentueel vaker een te dikke buik hebben dan mannen. 39 procent van de vrouwen heeft een ongezond dikke buik (omvang van 88 centimeter of meer). Terwijl mannen maar in 27 procent van de gevallen een te dikke buik hebben (omvang van meer dan 102 centimeter).

Wat is het gevaar van abdominale obesitas?

Het hebben van een buikje heeft niet alleen invloed op je mentale gesteldheid, maar ook op je gezondheid. Hoe meer buikvet je hebt, hoe meer schadelijke stoffen je lichaam aanvallen en hoe groter dus de kans op ziektes. Dit komt doordat je buikvet actiever is en meer vetzuren en hormonen produceert. Deze stoffen zijn onder andere schadelijk voor je slagaders en je hart. Daarbij stijgt de kans op ouderdomssuiker (diabetes type 2) aanzienlijk als je abdominale obesitas hebt. Ook is vet in je buikholte en rondom je organen zorgwekkend. Vet rondom je lever bijvoorbeeld. De lever ontgift je lichaam en speelt een belangrijke rol in de vertering van vetten. Als er vet rondom je lever zit kan de lever zijn taken minder goed aan.

Test jezelf op abdominale obesitas!

Wil je weten of jij abdominale obesitas hebt? Er is een eenvoudige manier om dat te ontdekken. Je neemt een meetlint en plaatst deze rondom je taille. Dit doe je op het smalste deel tussen je onderste rib en de bovenkant van je heup. Als daar geen smal gedeelte te vinden is, neem je simpelweg het midden. Ontspan je buikspieren en controleer het meetlint. Bij een vrouw is een taillelijn van minder dan 88 centimeter gezond. Voor mannen geldt een maximum van 102 centimeter. Ligt jouw meetresultaat hoger, mag je aannemen dat je abdominale obesitas hebt.

Abdominale obesitas; wat nu?

Als je wilt voorkomen dat nog meer vet zich vestigt in je buikzone, of als je wilt afvallen, dan is het raadzaam om jezelf een gezonde leefstijl aan te meten. Hierbij stem je je energiebehoefte meer af op je verbruik. Je voorkomt dus dat je meer kilocalorieën nuttigt dan je nodig hebt. Daarnaast is het ook mogelijk om je specifiek te richten op het krijgen van een strakkere buik. Als je echter hebt geconstateerd dat je abdominale obesitas hebt kan het ook raadzaam zijn om contact op te nemen met je huisarts. Die kan onderzoeken of je al diabetes hebt opgelopen door je te dikke buik. Als je er niets voor voelt om meteen naar de huisarts te gaan, dan kun je ook thuis een betrouwbare diabetes test uitvoeren.