Wie de ingrediënten van zijn of haar levensmiddelen eens goed bekijkt, ziet vaak een hele lijst met veel weinig-zeggende namen staan. Van azorubine tot alkali-sulfietkaramel en luiteïne. Deze toevoegingen, bekend als e-nummers, maken onze voedingsproducten langer houdbaar, zoeter, mooier of steviger. In dit artikel lees je meer over e-nummers.
Wat zijn e-nummers?
E-nummers zijn door de Europese Unie goedgekeurde hulpstoffen die aan onze voedingsproducten kunnen worden toegevoegd. De hulpstoffen worden aan ons eten en drinken toegevoegd met het doel de eigenschappen van het voedingsproduct te verbeteren of veranderen. Bekende e-nummers zijn conserveermiddelen en kleurstoffen.
Natuurlijke e-nummers versus synthetische hulpstoffen
E-nummers zijn te verdelen in natuurlijke en kunstmatige hulpstoffen. Met natuurlijke e-nummers doelen we op hulpstoffen die een dierlijke, plantaardig of minerale afkomst hebben. Veel e-nummers zitten van nature al in voeding. Zo wordt de gele kleurstof E100 die uit geelwortel wordt gehaald. Een ander voorbeeld is kaas. Koemelk bevat van zichzelf nitraat. Vaak wordt aan kaas nog wat nitraat toegevoegd, om de houdbaarheid te verlengen. Kunstmatige E-nummers worden in een laboratorium gemaakt. Soms wordt er echter een hulpstof gemaakt die ‘natuuridentiek’. Dit betekent dat een natuurlijke hulpstof wordt nagemaakt. Volgens het Voedingscentrum zijn alle e-nummers even veilig omdat ons lichaam op dezelfde manier omgaat met natuurlijke, natuuridentieke en synthetische hulpstoffen. In de meeste gevallen maken e-nummers, ook al omdat ze in zulke geringe doses voorkomen, een product gezonder noch ongezonder.
Aan de hand van het e-nummer op het etiket van je voedingsproduct is echter niet af te leiden of het om een natuurlijk of synthetische hulpstof gaat. Hiervoor moet je het specifieke e-nummer opzoeken, bijvoorbeeld in de lijst van het Voedingscentrum. Er zijn ook diverse applicaties voor op je telefoon of iPad waarmee je even in de supermarkt de E-nummers van je voeding kunt controleren. De Consumentenbond vergeleek een aantal van deze applicaties.
Regelgeving rondom e-nummers
Er is strikte regelgeving aan e-nummers verbonden. In de warenwet staat welke producten welke hulpstoffen mogen gebruiken en hoeveel. Ze mogen niet worden gebruikt om kwaliteitsgebreken te verdoezelen of de consument te misleiden over de samenstelling van een product. Nadat een hulpstof is getest en veilig is bevonden voor de gezondheid, mag het in EU-landen worden toegelaten en krijgt het een E-nummer (letter E met daarachter drie cijfers). Fabrikanten mogen ook de volledige naam van een hulpstof gebruiken in plaats van het e-nummer. Dat doen ze soms liever, omdat een consument niet schrikt van een ingrediënt zoals citroenzuur, maar wel door E330. Dit terwijl het op hetzelfde neerkomt.
E-nummers gevaarlijk?
Met enige regelmaat laait de discussie rondom e-nummers op. De hulpstof wordt op menig internetforum weggezet als gevaarlijk gif; je zou Russisch roulette met je gezondheid spelen door te veel van dergelijke hulpstoffen binnen te krijgen. Eén van de beruchtste e-nummers is de synthetische zoetstof aspartaam (E951) die je onder andere in veel light-producten zoals frisdrank en suikervrij snoepgoed terugvindt. Aspartaam zou leiden tot hersentumoren, epilepsie en gedragsveranderingen valt op veel fora te lezen. Maar volgens het Voedingscentrum is er geen enkele aanwijzing dat aspartaam kankerverwekkend of anderszins schadelijk zou zijn: “Tegenstanders brengen aspartaam regelmatig in verband met het ontstaan van ernstige aandoeningen zoals hersentumoren, hoofdpijn en gedragsveranderingen. Deze uitlatingen zijn vrijwel altijd terug te voeren op onzorgvuldig onderzoek en onterechte conclusies. Negatieve resultaten uit gedegen onderzoek zijn altijd aanleiding voor de autoriteiten om de veiligheid opnieuw na te gaan. Er bestaan geen studies die aanwijzingen geven dat aspartaam slecht is voor de gezondheid of kankerverwekkend.” Ook over vetsin (E621), officieel mononatriumglutamaat, zijn boeken volgeschreven. De gerapporteerde klachten gaan van hoofdpijn tot versnelde hartslag en maag- en darmklachten. Maar het Chinese-restaurantsyndroom, zoals dit in de volksmond heet, is net zo min wetenschappelijk vastgesteld. Een fabel, zegt het Voedingscentrum.
E-nummers en bijwerkingen
Toch kunnen sommige hulpstoffen bijwerkingen geven. Zoetstoffen zoals sorbitol en xylitol hebben bij overmatig gebruik een laxerende werking. Maar om dat nou ongezond te noemen, gaat een woordvoerder van het Voedingscentrum te ver. ‘Te veel pruimen eten werkt ook laxerend, maar bij pruimen plaatsen we toch ook geen waarschuwing.’ Het omgekeerde kan overigens ook: namelijk dat e-nummers een product iets gezonder maken. Zo kan vetsin toevoegen juist gezond zijn wanneer je daardoor minder zout toevoegt. En zo is zoetstof gezonder dan suiker, wanneer je de calorieën telt. Bovendien heeft een zoetstof als xylitol een beschermende werking tegen gaatjes in het gebit, in tegenstelling tot suiker.
‘Alle verhalen over de schadelijkheid van e-nummers leiden de aandacht af van de echte gevaren. We worden niet ziek van e-nummers, we worden ziek van alcohol, van sigaretten, van vetzucht, van teveel zout en verzadigd vet. Let daar liever op, in plaats van op e-nummers.’
E-nummers en kwaliteit
Als je het hele jaar gegarandeerd veilig voedsel hebt dat niet gelijk al in de winkelschappen bedorven is, dan ontkom je dus bijna niet aan E-nummers. Als je E-nummers toch het liefste wil vermijden, dan is het raadzaam om met name light-producten en kant-en-klaar maaltijden over te slaan, deze producten bevatten over het algemeen veel hulpstoffen. En kies daarnaast in plaats van een willekeurige kippensoep – die stijf staat van smaakversterkers, kleurstoffen en verdikkingsmiddel – voor een zelfgemaakte bouillon.Niet de hulpstoffen maken kant-en-klaarvoeding ongezond, maar voorverpakte maaltijden bevat doorgaans veel meer vet, zout en suiker dan wanneer we zelf ons potje koken van verse producten. Ongezond is het ook wanneer hulpstoffen worden gebruikt om de consument misleiden, bijvoorbeeld junk food presenteren als gezond en vers. Of een omelet die nauwelijks eieren bevat, geel kleuren om hem eruit te laten zien als een echte omelet.
Dossiers
Leestips
Hartslag & sport
Bij welke hartslag sport je optimaal?